In het spoor van de veenbazen, turfgravers en -schippers
Turfroute is cultuurhistorie die plek op Werelderfgoedlijst verdient
De Friese Turfroute is een wereldwijd unieke historische vaarroute. Het is een uitgebreid systeem van kanalen met sluizen en bruggen in Zuidoost Friesland (Nederland) dat tussen 1630 en 1830 werd gegraven voor de afvoer van turf. Turf, gedroogd veen, was tot 1900, toen steenkool in opmars kwam, een belangrijke brandstof in Nederland.
De zogenoemde compagnons, de samenwerkende veenbazen, organiseerden de turfwinning in de uitgestrekte Friese laag- en hoogveengebieden rondom Heerenveen, Gorredijk en Appelscha. De belangrijkste — en ook bekendste — vaarweg die zij groeven is de Opsterlandse Compagnonsvaart: van Gorredijk tot Appelscha, grens met Drenthe, 34 km. Ook de deels gekanaliseerde rivier de Tjonger, die van Oosterwolde in westelijke richting naar Schoterzijl en Kuinre aan de voormalige Zuiderzee stroomt, maakte en maakt deel uit van de Turfroute. Verder werden tal van kleinere ontsluitingsvaarten aangelegd: “wijken”, in het Fries “wiken”.
Varen en fietsen
Dankzij de Stichting De Nije Kompanjons van Friesland kunnen pleziervaarders het eeuwenoude spoor van de turfschippers over vaarten, wijken en riviertjes volgen, tot in Drenthe en Overijssel. Wie helemaal wil opgaan in het rumoerige en contrastrijke verleden, de wereld van veen en turf, wordt aangeraden de veenmusea in Nij Beets, Gorredijk of Heerenveen te bezoeken. Gouden tip: Neem fietsen mee aan boord of huur ze in één van de dorpen op de route. Elke betekenisvolle bezienswaardigheid ligt op fiets- of loopafstand van de vaarroute.
De heeren van het veen
Geniet ook van de schoonheid van de zeer gevarieerde natuur aan de Turfroute, ontstaan op de turfwinplaatsen die de veenbazen als waardeloos land hebben achtergelaten. Bezoek bijvoorbeeld ‘De Frije Wiken’, een veertien dorpen tellend weide- en natuurgebied ten oosten van Heerenveen. Bekende kernen zijn Nieuwe- en Oudehorne en Jubbega.
Kenmerkend voor het langgerekte gebied is de niet meer bevaarbare en deels gedempte Schoterlandsche Compagnonsvaart tussen Heerenveen en Hoornsterzwaag met zijn talrijke zijvaarten, wijken of wiken. De naam van de hoofdvaart geeft aan dat deze aangelegd is door de “heeren van het veen.” In 1551 startten zij, verenigd in de Schoterlandsche Veencompagnie, met de aanleg van de Heerensloot en de Schoterlandsche Compagnonsvaart. Een onbeduidende “vlecke” werd door de georganiseerde turfwinning een grote welgestelde plaats: Heerenveen.
Land van volk zonder uren
“It lân fan it folk sûnder oeren”, noemen ze het gebied ‘De Frije Wiken’, oostelijk van Heerenveen. Dat is Fries voor “Het land van het volk zonder uren.” De turfgravers hadden vroeger geen benul van tijd. Horloges konden ze zich niet permitteren, de kerkklokken waren ver uit het zicht. Ze werkten 12 tot 15 uur per dag en dat zeven dagen van de week onder erbarmelijke werk- en woonomstandigheden. Ze kregen een zeer schamel loon en werden gedwongen inkopen te doen in de winkels van de veenbazen of zich te bezatten in hun kroegen.
Domela Nieuwenhuis
De ellendige omstandigheden van turfgravers en hun grote gezinnen was een ideale voedingsbodem voor opstanden en steun aan het Nederlands socialisme. Grondlegger daarvan was Ferdinand Domela Nieuwenhuis (1846-1919). Als ‘apostel van de arbeiders’ verwierf de dominee en vrijdenker duizenden aanhangers in het Friese veen. Het rumoer is in de loop der jaren verstomd, de welvaart gekomen. Nu heerst er een serene rust in de verlaten veenmoerassen, zoals De Deelen, en in de omringende bossen, heide- en grasvelden met hun vele kanalen en vaarten. De tijd lijkt er stil te staan.
Stichting De Nije Kompanjons
In 1974 gingen er in Gorredijk stemmen op om de Opsterlandse Compagnonsvaart, die dwars door het dorp voert, te dempen en een afwateringskanaal rond het dorp te graven. De vaart zou parkeergelegenheid worden. Gelukkig nam pater Leo van Ulden, verbonden aan de plaatselijke katholieke kerk, het initiatief om dat te voorkomen. Hij vreesde identiteitsverwoesting, vernieling van cultuur-historisch erfgoed. De Stichting De Nije Kompanjons werd opgericht.
Vanaf het jaar van oprichting, 1974, heeft de stichting zich ingespannen voor het openhouden van de vaarwegen en het op een steeds hoger peil brengen van de walvoorzieningen. Verschillende keren dreigde sluiting van de vaarroute; niet lang geleden zelfs nog. De stichting heeft dat echter weten te voorkomen.
Interprovinciaal
Nu is de zeer bezienswaardige Friese Turfroute een onderdeel van een veel groter net van vaarwegen in Friesland, Drenthe en Overijssel, die ook eeuwen geleden werden gegraven voor het vervoer van turf per boot. De Turfroute verdient nader beschouwd de status van werelderfgoed, opname op de lijst met cultuur- en natuurhistorische monumenten van de UNESCO. Het is feitelijk een wonder dat de Turfroute van de ondergang is gered.
Foto: Het bestuur van de Stichting De Nije Kompanjons in veenmuseum It Damshûs in Nij Beets: (v.l.n.r.)
Apart kader
De Stichting De Nije Kompanjons wordt bestuurd door vrijwilligers. Ook haar medewerkers verlenen diensten zonder daarvoor een vergoeding te ontvangen. Zij onderhoudt nauw contact met de aan de Turfroute gelegen gemeenten en de afdelingen Vaarwegen en Nautische Zaken van de provincie Fryslân (Friesland) die het onderhoud en de bediening van de bruggen en sluizen regelen. Voorts zit de stichting geregeld om de tafel met de managers van het Friese Merenproject, verantwoordelijk voor de bevaarbaarheid van de Turfroute.